We rijden over een dam in het meer en een kleine helling naar Skei. Tijd voor een kleine pauze aan het tankstation. Een Deense toeriste vraagt me vanwaar we komen en of ze een foto mag nemen van de fiets. Wanneer we terug aanzetten passeert ze ons en neemt ze nog een foto uit het raam van de auto. Rare jongens, die Denen. Na een kleine klim komt de weg uit naast de rivier Stardalselva. We zitten terug op de E39, maar daar schijnt een kudde schapen zich weinig van aan te trekken. De auto’s moeten afremmen. File wegens schapen op de snelweg.
Ik hoor het zo op de verkeersinformatie. Het is echter een goede zaak, want de auto’s tjezen hier weer aan hoge snelheid voorbij. Het gaat stroomafwaarts licht dalend, dus snel tot in Byrkjelo Daar is het tijd voor de lunch. De lokale supermarkt heeft geen pistolets meer, enkel nog Grov Brød we gaan dus naar Bakar Jon. Jon is een echte multitasker: bakker, supermarkt en frietkot in één.
Wij houden het op broodjes met hesp en kaas. Vanuit Byrkjelo staat een klim op het programma, 6,5 km aan 8%. Het zijn de Alpen niet, maar toch, een uurtje stevig klimmen. Gelukkig zit de zon nog steeds achter de wolken waardoor het niet te warm is. Het zicht op de vallei is schitterend de hele weg, tot we een bocht maken en finaal de col over gaan. Daar is een klein skiststation. We houden halt om een windstopper aan te doen en aan de afdaling te beginnen. Die is langer en steiler dan de klim die wij net achter de rug hebben. Ongeveer halverwege is er een uitzicht punt op het Invikfjord. We stoppen voor het obligate Kodak moment en om de remmen even te laten afkoelen. Waar we het ene moment nog redelijk rustig met drie vier andere toeristen kiekjes staan te nemen, staan we plots tussen een bus Japanners en een bus Duisters.
Tijd om via een haarspeldbocht of zeven de afdaling verder af te werken tot in Utvik. Hier gaat het vlak verder tot Innvik, het dorpje dat haar naam leende aan het fjord. Aan het tankstation rijden we vlot de pitstop binnen. “Kijk Duisters op een Tandum”. Een bus van Kras reizen, “Want de wereld is kras” met gepensioneerde noorderburen staat ons op te wachten. Je zou denken dat doordat de Hollanders zelf niet deelgenomen hebben aan het WK voetbal en na de de vervroegde uitschakeling van de Duitsers, ze eindelijk de Belgische van de Duitse vlag kunnen onderscheiden. Na onze tocht door Nederland waar we bijna systematisch in het Duits werden aangesproken, vrees ik dat er een doordachte PR campagne nodig zal zijn van “de Koningin en ik” om de kleur volgorde en de oriëntatie van de respectievelijke vlaggen aan onze noorderburen duidelijk te maken. We maken een toch wat geïrriteerde opmerking dat we Belgen zijn en bijna dezelfde taal spreken. In no time staat de hele bus rond ons. Kras vinden wij dat, maar deze reizigers hebben geld betaald om de wereld te zien en wij zijn nu even de wereld. Na wat intitiële chit-chat banen wij ons een weg naar de diepvries van het tankstation. De zon is er ondertussen doorgekomen en we zijn aan wat verfrissing toe. We hebben ook echt gewoontes gekweekt, het wordt dus de lokale versie van een Twister. Ondertussen wordt buiten onze fiets helemaal ontleed. De mannen hebben het over de techniek, de vrouwen over neef van de nicht van de oom van de zus die ooit ook wel eens verre fietstocht ondernam. De wereld is kras.
De weg gaat verder langs de oevers van het fjord vaak op een vers aangelegd wegdek. De tunnels kunnen we vermijden via de oude baan die er rond gaat, maar het verkeer is de komende 35kilometer weer drukker. Op een bepaald moment worden we door een vrachtwagen bijna van de baan gereden. Het vlot echter goed en we rijden zelfs verder dan deze ochtend gedacht tot in Stryn. Stryn is net als de eerdere dorpjes rond het Invikfjord redelijk tot zeer toeristisch. Dat valt ook te merken aan de camping. Die is groot en wanneer wij aankomen is het tent veldje al redelijk bezet. Wanneer we terugkomen van het verorberen van een pizza staat het klein stukje groen helemaal vol. De laatsten die aankwamen is een bende testosteron. Ze zijn luid maar daar schijnt niemand op te reageren. Ik ben moe en val als een blok in slaap. Wanneer ze blijkbaar om vier ‘s ochtends nog steeds macho verhalen aan het vertellen zijn besluit Bien ze vriendelijk te vragen of het wat stiller kan. De repliek daarop is dat dat eventueel wel zou kunnen. Hij draait zich om en gaat verder met een of ander macho verhaal. Eikels zijn er overal.

















‘s Ochtends gaan we de twee sportwinkels die Stryn rijk is nog eens af op zoek naar een goede buitenband. Vruchteloos. Bij de achterband is de antileklaag op bepaalde plaatsen duidelijk zichtbaar. De voorband heeft nog meer profiel. Ik besluit dan maar voor en achterband te wisselen. De operatie op zich gaat vlot, maar helemaal zeker voelen we ons toch niet.
Voor we aanzetten checken we eerst nog wat alternatieve opties. We zouden naar Ålesund of Trondheim moeten geraken. Het is zaterdag, maar de bus blijkt zondagsdienst te hebben. Die rijdt dus niet. De beide autoverhuur consessies blijken gesloten. Er is geen ontkomen aan, het wordt fietsen. Het is ondertussen bijna middag. Het eerste stadje, Nordfjoreid, ligt op een dikke 45km. Een laatste alternatief zou zijn daar de bus naar Ålesund te nemen. Maar we hebben ondertussen zoveel tijd verloren dat de kans klein is dat we dat halen. En we beginnen met een klim langs een drukke baan. We klimmen driekwartier. Op een kwartiertje staan we aan de overkant terug beneden. Hier splitst de E39 af en gaat noordwaarts. Wij gaan naar het westen met een stuk minder verkeer en een prachtig zicht op het Hornindalmeer. De baan is nu zo goed als plat tot in Nordfjoreid. Het begint me te dagen dat indien we wat doorsteken er een waterkans bestaat dat we de bus Nordfjoreid - Ålesund eventueel toch nog kunnen halen. Ik begin wat tempo te maken. Bien heeft niet veel nodig om te begrijpen waar de klepel hangt. “Proberen we die bus toch te halen?”, hoor ik twijfelend achter mij. “De kans is klein, maar ik wil het toch graag eens proberen.” Ondanks de mindere benen geeft Bien van katoen. Op de baan gaat het goed vooruit, maar er zijn redelijk wat tunnels. Daar moeten we rond langs grintpadjes met poortjes die je moeten open doen.
We blijven de tijd goed in de gaten houden en we blijven op schema, winnen zelfs wat tijd. Vier minuten voor tijd komen we aan bij het busstation. We hebben dit nog niet gedaan dus vragen we twijfelend aan de buschauffeur of de fiets mee kan op de bus. Als er plaats is in het bagage ruim is dat geen probleem. Gelukkig heeft onze tandem een compact frame. Als we de zadels er van halen is hij maar een halve meter hoog. In de lengte past hij mooi over de breedte van het busruim. Met een minuutje vertraging, door ons toedoen, vertrekken we richting Ålesund. We zijn in de wolken.
Het is niet hetzelfde als met de fiets, maar we rijden ook met de bus nog door prachtig landschap. Dat wisselen we af met de kleine finale van het wk voetbal. We komen net voor het einde van de match aan in Ålesund. Het is te laat om nog naar een fietswinkel op zoek te gaan. Met de radio op rijden we naar de camping. Aan de receptie zit een gezin Belgen naar de laatste minuten van de match te kijken. We zijn allen blij met de overwinning, maar het blijft een beetje zuur denkende what could have been. We dineren in de stad, of eigenlijk stadje. Gezellig, maar echt niet groot. Morgen is het zondag dus ook dan komen we hier niet verder in onze zoektocht naar fietsbanden. Dan maar verder reizen. Het internet leert ons dat we zondag namiddag een bus hebben richting Trondheim. Tijd zat om Ålesund te bezoeken en de bus op te springen. We nemen de tijd die ochtend en doen zoals gepland. Na het ontbijt begeven we ons richting busstation, opgetrokken ik Scandinavisch socialistische architectuur. De klok van het chocolademerk Freia die er bovenop prijkt is het bewijs dat de tijd is blijven stil staan. Hier blijft het eeuwig vijf na half twaalf.
Er zijn net twee cruises gelost aan de steigers naast het station. Dat zorgt voor extra drukte. Wij laden de bagage van de fiets in de lockers. Onze fiets nemen we aan de hand mee de stad in en zetten we wat verder weg van de drukte aan een paal op slot. Ålesund brandde begin vorige eeuw helemaal af en werd met de hulp van de laatste Duitse keizer opnieuw opgebouwd in Jugendstil. Dat en het feit dat het de grootste haven van Noorwegen heeft, zijn haar claims to fame. We flaneren nog eens langs de haven en slenteren verder langs de sierlijke huizen.
We werken op het gemak een slaatje naar binnen en begeven ons terug naar het station. De chauffeur kijkt een beetje raar wanneer hij de bus aan het perron voorrijdt. Maar ondertussen zijn we al ervaringsdeskundigen en in geen tijd zitten de fiets en de bagage in het ruim. De rit naar Trondheim is lang, een dikke zes en een half uur, maar hij verveelt geen seconde. We hadden hier graag gefietst, maar je kan niet alles willen. Het is uiteindelijk half elf wanneer we in Trondheim aankomen. We hebben een hotel geboekt niet ver van het station met zicht op het fjord. We zijn net op tijd om de zon achter de heuvels van het fjord te zien verdwijnen.
Op de kamer zap ik voorbij een boek Noors of Deens gebroebel tot ik Tom Cruise coctails, zie maken. De Noren hebben blijkbaar iets met Amerikaanse films uit de eighties en nineties. We installeren ons en kwijnen weg in jeugdsentiment tot onze ogen dichtvallen.
We hebben het hotel voor een goede prijs kunnen boeken. Waarschijnlijk omdat het een congres hotel is dat ietwat uit het centrum ligt. Maar bij een groot hotel hoort een groot ontbijt. En na alweer een week fruit met havermout, smaken de eieren met spek, de zalm, fruitsalade en croissants des te beter. Ik heb al een paar fietswinkels op de kaart aangeduid. Na het uitgebreid ontbijt gaan we vastberaden op pad. Het viel ons gisteren bij aankomst reeds op en wordt snel bevestigd. Hier is duidelijk meer fietsinfrastructuur dan eenderwaar in Noorwegen waar we al geweest zijn. Een logisch gevolg lijkt dat hier ook meer kwaliteitsvolle fiets winkels zijn. Met een focus op elektrische fietswinkels. Mijn gemaakte selectie was gefocust op winkels die Schwalbe verdelen. We beginnen bij Trondheim Elsykkel. De fietsen in de etalage hebben alvast het juiste merk rubber opliggen. Nu nog de juiste maat. Wannner we binnenstappen zit een wat sjofele kerel achter een bureau. Ik val met de deur in huis. We zijn op zoek naar Marathon of Marathon Plus banden, 20 inch vraag ik in het Engels. Dat wordt moeilijk. Twee zinnen later vraagt hij of we Belgen zijn. We bekennen en ook hij komt uit de kast. What are the chances. Bruno uit het Antwerpse, zo blijkt later woont al een jaar of twee in Noorwegen. We praten een beetje, maar ik wil de prioriteit niet uit het oog verlliezen: BANDEN. Bruno zelf heeft er dus geen, maar hij vult mijn lijst aan van winkels die er misschien wel hebben. Nu komt het zeker goed. Hij vraagt nog of we een blog hebben. Ik mail de link door en we springen weer op de fiets naar de volgende winkel. Ook niets. We leggen daar uit dat we ook reeds contact gezocht hebben met de Noorse importeur van Schwalbe. Net zoals bij Bruno verschijnt een zuur lachje op de man zijn gezicht. Prutsers. Verwacht er niet veel van. Hij stuurt ons door naar een grotere keten aan de overkant van de straat. Die hadden we niet op de lijst staan. Daar hebben ze een band die past maar niet van de kwaliteit die we zoeken. We vragen of ze de band voor ons opzij kunnen leggen. Je weet maar nooit.
Wanneer we aan de volgende winkel aankomen stijgt onze hoop. We zien Bromptons en bakfietsen in de etalage staan. Allemaal met kleinere wielen. Ik geef een goede snok aan de deur, maar die beweegt niet. We kijken op de klok. Het is middag. Zouden ze iets gaan eten zijn? Google bevestigd dat de winkel open zou moeten zijn en er brand licht. We gaan op zoek naar een bordje met openingsuren. Dat blijkt verborgen te zitten achter een poster aan het raam. Met wat moeite kan ik ze toch lezen. Geen middagpauze enkel gesloten op zondag. Ik geef nog een snok aan de deur. Niets. Ik bekijk de poster nog eens goed die voor de openings uren hangt. Ik neem er Google translate bij en dan komt de aap uit de lauw. In juli is de winkel enkel open op zaterdag van 11 tot 15u. Bizar als je bedenkt dat qua fietsen de zomer hier toch het hoogseizoen zou moeten zijn. De moed zakt ons in de schoenen. Onze opties beginnen drastisch te slinken. We hebben nog twee winkels te gaan waarvan één keten die we eerder op een andere plaats al zonder succes bezochte. Eerst dus naar Sport Support wat afgelegen in een industriezone. Ze blijken enkel fietsonderdelen te hebben. We doen weer ons verhaal. Schwalbe ok, maar 20 inch? Hij gaat kijken in het magazijn. “Het is zeer eenvoudig” zegt hij wannner hij terug komt. “Ik heb helemaal geen 20 inch banden.” Hij zit neer en denkt na. “Maar laat me toch even een vriend bellen.” Ik probeer het gesprek in het Noors wat te volgen. Ja? Neen toch niet. Of toch wel? Hij lijkt wel zijn leven te vertellen. Wanneer hij ophangt laat hij een vrij lange pauze. “He had the tires and will bring them in 15 minutes.” De max! Het kwartiertje blijkt er eentje naar Zuid-Europees normen te zijn, maar dat deert niet. Bien hoort het lawaai van een hondje uit de werkplaats komen. Een kleine pup. Die zorgt voor tijdsverdrijf terwijl we wachten. Na een goed half uur komt onze redder in nood de winkel binnenwandelen. We helpen wat met de bandenwissel en alweer een halfuur later rijden we met twee spliksplinter nieuwe banden richting hotel.
Volgende opdracht: wassen. Ik had van de tijd bij de fietsenmaker geprofiteerd om een wasserette te zoeken. In tegenstelling tot in Bergen blijken ze er hier wel eentje te hebben. Naast de wasserette is een parkje. Gelukkig want in het waskot is het om dood te vallen. Hoe meer we naar het noorden gaan, hoe warmer het lijkt te worden. De eerste nacht in Nederland hadden we allebei nog termisch ondergoed nodig om te slapen. Hier is het nu 30 graden. We genieten dus van het briesje in het park terwijl onze kleren een wasbeurt krijgen. Na de was gaan we naar het station om te informeren hoe we naar Bodø kunnen sporen. De stukjes met de bus waren onvoorzien. Dit stuk met de trein hadden we gepland. Na Bodø hebben we nog een 1000-tal km af te leggen dat zou haalbaar moeten zijn in de tijd die ons nog rest. De dame bij de info balie van het station heeft geen goed nieuws. Er is geen plaats meer voor de fiets op de trein. Dat zal dus niet lukken. Bizar. Ik besluit toch nog zelf eens online te kijken en slaag er in een ticket te boeken voor de nachttrein de volgende avond naar Bodø. We nemen het risico. We fietsen nog wat rond in de stad. Een kleine verkenning want morgen hebben we gelukkig nog een dag. ‘s Avonds hebben we afgesproken met Bruno op een pint te gaan drinken. Wij vertellen wat over onze fietservaringen, hij over het leven in Noorwegen. Beiden kennen hun uitdagingen. Het was en fijne kennismaking.
De volgende dag hangen we de toerist uit. We bezoeken uitgebreid de Nidaros kathedraal en bijgebouwen, spijkeren onze Noorse geschiedenis wat bij. Dit is de meest noordelijke kathedraal en meest noordelijk vertrekpunt voor de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela. Het is zonnig en warm. Je ziet dat ook de Noren genieten van dit uitzonderlijk weer. We vragen ons af of het aan het weer ligt dat Trondheim zo een geweldige indruk op ons na laat. Mocht het niet voor de prijzen en de lange winters zijn, we zouden hier wel kunnen wonen ;-).
We hebben het vervolg van de route nog eens goed bestudeert. Tot nu toe konden we meestal rond de tunnels heen rijden. Verder noordwaarts zal dat niet altijd het geval zijn. We gaan dus nog op zoek naar fluohesjes. Dat blijkt ingewikkelder dan gedacht omdat we in de sportwinkels waar we terechtkomen enkel fluo gerief aan €50 en meer vinden. Tot Bien op het lumineuze idee komt de locale Auto 5 op te zoeken. Dat blijkt meer een Suprabazar te zijn maar voor €6 vinden we onze hesjes. We keren teug richting ons hotel en doden de laatste twee uur op de rooftopbar om uiteindelijk richting station te gaan en op de nachttrein naar Bodø te stappen. Het fietsruim blijkt inderdaad goed vol, maar mits wat wringen gaat de tandem erop. Tegen het advies van de loket bediende in hebben we ook slechts één fietsticket gekocht, tandems zouden er twee nodig hebben, en ook dat blijkt geen probleem te zijn. Een beetje eigenzinnig zijn werpt toch zijn vruchten af. We installeren ons in onze couchette sporen op het ritme van ka-doeng, ka-doeng tot onze bestemming.
0 comments:
Post a Comment